Van idee tot uitwerking, een blik achter de schermen

La MIF kwam op een zeer unieke manier tot stand. De film ontstond niet uit één idee, maar werd het resultaat van verschillende invloeden, ervaringen en factoren. Ontdek hier hoe Fred Baillif met La MIF een zeer realistische film naar het witte doek kon brengen.

De aanpak van Baillif: geen professionele acteurs

“Wat mij drijft bij deze manier van werken is de zoektocht naar een natuurlijke acteerprestatie én het plezier om verborgen talenten bloot te leggen bij mensen die geen eerdere acteerervaring hebben gehad.” Baillif maakte zijn actrices meteen ook 'medeschrijvers' van de film, omdat zij met hun eigen ervaringen en werkelijkheid het verhaal telkens een nieuw elan gaven. Dit unieke proces leverde fascinerende resultaten op.

 

“Het begon met individuele interviews met elk van de bewoners en de medewerkers van het kindertehuis, die leidden tot improvisatiethema's. Vervolgens voerden we gedurende twee jaar workshops uit, waarin geleidelijk aan personages naar voor kwamen. Ik verzamelde alle elementen uit deze improvisatiemomenten en schreef een script. Het had geen vooraf bepaalde dialogen, maar een algemene plot, een schets en enkele punchlines”.

De eerste stappen van het project

Nadat hij de grote lijnen van zijn idee op papier had gezet, nam Fred Baillif contact op met Claudia Grob, een oud-collega met wie hij in een vroeg stadium van de film in dialoog ging over de problemen binnen het jeugdbeschermingssysteem. En zo ging de bal aan het rollen… Claudia speelde uiteindelijk de rol van Lora, directrice van het jongerentehuis.

 

Actrice Claudia Gob vertelt over hoe het project gelanceerd werd en getuigt over haar ervaring als hoofdactrice bij La Mif.

Ready, set, action: aan de slag in een jongerentehuis

De meeste scènes van La Mif spelen zich af in een echt jongerentehuis, een locatie vol leugens, familie- en werkdrama’s. “Het was een plek die ons in staat stelde om flexibel te werken met onbekende acteurs in een voor hen vertrouwde omgeving”.

Na twee jaar voorbereiding konden ze de film nog steeds niet produceren omdat het gebrek aan geschreven dialogen hen verhinderde om een klassieke financiering te krijgen.

 

“Maar de meisjes werden groot…”, aldus Baillif, “dus besloten we de film toch op te nemen. In iets meer dan 2 weken werd de film ingeblikt. Alle dialogen werden geïmproviseerd. Later, in de montagefase, zoals bij een documentaire, evolueerde het verhaal opnieuw op basis van wat er allemaal gefilmd werd”. Een eerste montage zorgde ervoor dat de eerste vormen van financiering mogelijk werden... en zo ging de bal aan het rollen.

Op zoek naar een realistische sfeer

Om aan te sluiten bij de realistische stijl van acteren, moest de cinematografie (de manier waarop alles in beeld werd gebracht) zo minimalistisch mogelijk zijn. “Mijn vriend en toegewijd DOP (Director Of Photography) Joseph Areddy en ik kozen voor veel natuurlijk licht en een 360° "mise en scène" om de improvisatie zo goed mogelijk tot z’n recht te laten komen. Alles werd uit de hand gefilmd, op een zeer reactieve manier, hoofdzakelijk met een 50mm lens om zo dicht mogelijk bij de personages te zijn én om het gevoel van claustrofobie dat de protagonisten voelen te versterken”, aldus de regisseur.

 

“De jonge meisjes kregen allemaal gelijke kansen om hun verhaal te vertolken, afhankelijk van hun wensen en hun inspiratie 'op het moment zelf' was tijdens de opnames. Daarnaast stemden ook alle maatschappelijk werkers van het tehuis ermee in om deel uit te maken van de film en personages te vertolken die dicht bij hun realiteit zouden staan”, verduidelijkt Baillif. Uiteindelijk werden er drie professionele acteurs aan de groep toegevoegd, Frédéric Landenberg (Seb), Nadim Ahmed (Malik) en Blaise Granget (François). Gezien de achtergrond van Baillif, hij was zelf maatschappelijk werker, zijn die laatste twee acteurs niet toevallig ook opgeleid als maatschappelijk werker.

 

“Zij waren, met hun ervaring, essentieel voor het vergemakkelijken van de improvisaties en hielpen bij het vertrouwen van de niet-professionele acteurs”. De verschillende personages hielpen allemaal om andere thema's in het verhaal te brengen, wat het doel was van Baillifs aanpak. “Ik wilde verrast worden door elementen en dialogen die op elk moment konden ontstaan. Ik wilde bijvoorbeeld licht werpen op de complexiteit van sociaal werk, waar vragen rond seksualiteit de bron zijn van sterke meningsverschillen. De secundaire personages in de film hebben om die reden een belangrijkere plaats ingenomen dan aanvankelijk de bedoeling was. Hun waarden en opvattingen hebben het verhaal beïnvloed”. Het verhaal is opgebouwd rond het karakter van Lora, de directrice van het jongerentehuis. Alle andere verhalen zijn hiermee verweven. De verhaallijn van Lora loopt eigenlijk parallel met die van de andere bewoners: haar ontkenning is een soort van verdedigingsmechanisme, net zoals de jonge bewoners tegen zichzelf liegen om te overleven.

 

"Toen ik basketballer was, was ik point guard. Mijn rol was om mijn teamgenoten een beter spel te laten spelen. Dat is precies wat ik vandaag probeer te doen als filmregisseur. Mijn teamgenoten zijn niet-professionele acteurs en mijn missie is hen te helpen uitdrukken wat ze soms lange tijd voor zichzelf verborgen hebben gehouden.", besluit Baillif.